Wij waren Achttien in Getal

De 14-jarige Sophie en haar grootvader lopen over de Markt in Vlaardingen, als Sophie's aandacht getrokken wordt door het verzetsmonument van de Geuzen. Ze kent het verhaal achter het monument niet en is er nieuwsgierig naar. Met duidelijke tegenzin vertelt opa haar de geschiedenis van de Geuzen.
Op 14 mei 1940 wordt Rotterdam gebombardeerd. Een groepje vrienden uit Vlaardingen fietst er naartoe in de hoop te kunnen helpen. Wat ze aantreffen is chaos. Aangeslagen fietsen ze terug naar huis met in hun achterhoofd maar één gedachte: hier moeten we iets tegen doen. Diezelfde gevoelens leven bij Bernhard IJzerdraat, leraar kunstnijverheid in Schiedam en Vlaardingen. IJzerdraat wil een Geuzenleger werven, waarmee de Duitse bezetter kan worden bestreden. Deze eerste Geuzen hebben maar betrekkelijk kort verzetsdaden kunnen plegen. Na enkele maanden al worden zij verraden en opgepakt door de bezetter. De Geuzen worden ongekend hard aangepakt. Vijftien van hen worden, samen met drie Februaristakers, op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen gefusilleerd. Jan Campert schrijft er een aangrijpend gedicht over: De achttien doden.
Resumé: Hoorspelen.eu van John van Houten.